Eind september was ik op schrijfweek in Oost-Brabant. De week werd georganiseerd door Jolanda, met wie ik samen de boekplanner heb gemaakt. Ik schreef er een kinderboek (dierenoptocht in Londen). De andere auteurs schreven romans of thrillers. Tussen de workshops door, wisselden we nog al eens van gedachten over het schrijven van boeken en alles wat daarbij komt kijken. Het is een intensief proces dat veel denkwerk kost: hoe houd je de personages in de hand? Hoe zorg je dat de plotlijnen kloppen? Wat schrijf je wel op? En vooral: wat niet?
Stopwoorden
Eigenlijk heeft iedereen ze. En ja, ik begon de vorige zin expres met eigenlijk. Wat betekent dat woord? Wanneer gebruik je het? Belangrijker nog: is het nodig om het te gebruiken of voegt het weinig toe? Mocht je het toch willen gebruiken: hoe vaak laat je het terugkomen in je tekst?
Tel je stopwoorden
Wat is jouw stopwoord? Ga eens kritisch door de tekst heen. Bekende woorden zijn maar, dan, toch, hoor enz. Met deze tool kan je kijken hoe vaak een woord voorkomt in de tekst. Als je denkt dat het bij jou wel meevalt, wil ik je toch vragen om de check uit te voeren. Verras jezelf, zeg maar. Wees al tijdens het schrijfproces bewust van stopwoorden en haal ze er meteen uit. Deze tip is voor alle genres van toepassing, kinderboek, fictie of non-fictie.
Kleurrijke schrijvers
Bij de schrijfweek van Jolanda waren veel kleurrijke schrijvers aanwezig, een nieuw initiatief van Jolanda en mij. Samen werken we aan nog mooiere en nog betere boeken en ook deze tip van de stopwoorden bespraken we. Onze redacteuren letten er extra op. Als jij dat ook doet bij het schrijven, nemen de boeken in kwaliteit toe. Dat is wat we willen. Toch? Eigenlijk?
Wat is jouw stopwoord en hoe vaak kwam het voor in je tekst?
Ik lees het graag.
Heel veel groeten, Esther van der Ham
Uitgever bij Droomvallei Uitgeverij.
Maar hoe zit dan met maar? 😉
Fijne blog Esther, we hebben allemaal zo onze stopwoordjes.